Wednesday 20 February 2013

Oud zeer 7

Verloren.


Jij hebt jezelf verloren,
in een moeilijk hoofd,
en moeilijk leven.

Nooit gewent met bagage echt te leven,
heb je er nog een beetje bij gemaakt,
wat een leven.

Handen afgeslagen,
weg van jezelf,
weg van een echt leven.

Nu ben je kapot,
en zie je wat je hebt gedaan,
en vraagt: hoe nou verder leven?

Zie je de handen,
die naar je reiken,
om je te helpen met je eerste stapjes in je nieuwe leven?

zie je kansen,
en grijp alles aan,
voor een nieuw fijn leven.

Laat jouw bagage meewegen,
maar je niet tegenhouden,
zo hoort dat in het leven.

Zie de handen,
zie de kansen,
om te leven.

Bart

Oud zeer 6

De laatste waarheid.


Dat ik niets meer voelde,
en je beter kon gaan,
snijdend zei ik het,
om je keihard pijn te doen.

Misschien dacht je dat ik het meende,
en dat ik je echt niet meer wilde zien,
of zag je toch de liefde,
en dacht je: Het zal wel?

Keihard had ik willen slaan,
je wakker maken,
je laten voelen hoeveel pijn je mij doet,
en toch kon ik het niet.

Immens verdriet,
gaat door mijn hart en lijf,
haat en liefde, wanhoop en dood,
graag zou ik hier, even niet meer willen zijn.

Mijn hart doet pijn,
en gaat ook naar jou uit,
hoe kan dat nou, ik haat je,
en wilde dat je de mijne zou zijn.

Nu sta je daar beteuterd,
te kijken dat ik niet kwader kan zijn
ik zie het ongeloof,
dat ik je niet wil raken.

Hoe kan je mij,
jouw liefde,
zo diep raken, zonder dat je het bedacht,
dat je later misschien, toch liever bij mij had willen zijn.

Nu zit ik hier,
tussen liefde en haat,
kan je niet verlaten,
en wil niet dat je gaat.

Mijn hart gaat naar ons uit,
of het zielige beetje wat nu rest,
en vraag me af of ik er aan wil bouwen,
om toch weer samen te zijn.


Bart

Oud zeer 5

Laat me niet meer raden.


Na graven en eindeloos vragen,
komt dan de echte waarheid,
onverbloemd en hopeloos.

Waarom moest ik toch graven?
Waarom kon je echt niet eerlijk zijn?
Had je mij altijd, alleen de helft willen laten zien?

Ik zit hier als bevroren,
als je woorden,
mijn laatste beetje hoop ontnemen.

Niet uit jezelf, nooit niets uit jezelf,
heb je toch ervoor gekozen,
mij maanden, bijna jaren, voor te liegen.

Zelfs, als het aan jou lag,
had je nooit weer eerlijk willen zijn,
en al die ellende te begraven.

Wat had er dan nog geweest?
Wat is er nu nog heel?
Van alles wat ik heb gedacht, is het meeste al verdwenen.

Wat ben jij erg, vreselijk erg,
overal over ,en vooral,
over mij heen gestapt.

Nu zit ik lager dan de grond,
en krijg de laatste brokken op mijn hoofd,
van ons, zoals nu blijkt, karig bestaan.

Bart

Oud zeer 4

Glashard

Hard als glas,
vertel je me meer leugens.
Ik ruik het, zie het en voel het.
Waarom heb ik dit niet eerder gezien?

Hard als glas,
snijdt de halve waarheid, of wel minder,
stukjes van, mijn geloof in,
en liefde voor jou.

Hard als het is,
slaat de grond onder mij uit,
alsof alles van al die jaren,
ook gelogen was.

Keihard
Mijn hart wordt koud,
als ik je niet meer vertrouw.
Waar is toch mijn lieve trouwe vrouw?


Bart

Tuesday 12 February 2013

Oud zeer 3

Mijn lief,

Mijn liefde voor jou, ongegrond of ondoorgrondelijk,
is levensgroot.
Het vult mijn hart, mijn leven,
en heel ons huis.

Ik hoop dat het je omarmt,
en een beetje verwarmt,
verder heb ik ook wel wat warmte over,
voor vrienden en de rest.

Maar belangrijk is,
dat jij mijn warmte voelt,
en het jou omarmt,
zodat jij je bij mij zo veilig voelt,

dat je jezelf kan zijn.

Bart

Oud zeer 2

Den Dichtert is dood?

Na waarheid 7.2
zag Den Dichtert,
dat de Muze slechts een droom was,

Nu de rook om zijn hoofd is verdwenen,
en het licht hard naar binnen schijnt,
is het moeilijk,
de naakte waarheid niet meer te zien.

De Muze is weg,
verzucht Den Dichtert
en legt zijn moede hoofd
op het schrijfblad neer.

Ooit ontstonden hier,
de mooiste verhalen en dichtsels,
over dingen die er waren,
of misschien dus niet.

Te moe om nog meer te zien,
verstoft het oude moede hoofd,
wat op het schrijfblad ligt.

Bart

Saturday 2 February 2013

Oud zeer

Amper een maand geleden,
was ik nog heel,
 en wist ik dat er aan jou wat scheelde,
geeft niet,
ik ben sterk,
ik draag je wel.

Ik heb hulp geregeld,
al veel eerder,
hoopte en bad,
dat dit je helpen zou.
Ik ben sterk,
en draag het restje wel.

Totdat ik ondekte,
dat je in je “gekte”
mijn liefde en jouw lijf,
met een ander hebt gedeeld.
Ik ben sterk,
en draag het bijna niet meer.

Ik zie dat je vecht,
en dat je beseft,
dat je nu bent,
wie je nooit had willen zijn.
Ik ben sterk,
draag mijn kapotte hart links, en de rest rechts.

Jij wilt dat ik voor mijzelf vecht,
dat vind ik mooi,
in wezen ben jij ook zo fijn,
maar hoor je niet ook van een ander te zijn.
Ik ben sterk,
mijn hart doet pijn en mijn armen ook.

Als ik voor mijzelf moet vechten,
en er voor mij moet zijn,
kan ik voor jou de dingen niet dragen,
die jij niet meer kan.
Ik ben sterk,
maar mijn benen trillen en mijn armen zijn zuur.

Moet ik kiezen,
of kan het soms voor mij,
en soms voor jou,
dat ik dingen draag?
Ik ben sterk,
maar kan nu bijna niets meer verdragen.

Ik zoek steun,
een muur, een boom, of een schouder misschien,
Ik kan het bij jou niet zoeken,
zoek hulp voor jou en voor mij.
Ik ben sterk,
maar kan nu niet alles meer dragen.

Ik kies ervoor jou niet te laten vallen,
en er ook voor mijzelf te zijn.
Ik ben kapot,
maar weet wat er aan jou scheelt.
Ik ben sterk,
en probeer zoveel mogelijk te dragen.

Ik hoop dat je later als je beter bent,
ziet en laat merken,
dat je mij echt ziet voor wat ik ben,
en wat ik heb verdragen.
Ik ben sterk,
en draag zoveel ik kan.

en ietsje meer.


Je man,